Background image

terug

Vraag 14

Stel je voor: je leeft in het jaar 1221 en je bent de edelman Ambrosio Nicolosi. De paus heeft zojuist opgeroepen tot een nieuwe kruistocht. Zelf ben je bij een vorige kruistocht een gevangene van de Arabieren geweest. Daar heb je hun cultuur goed leren kennen. Na betaling van losgeld ben je vrijgelaten en naar je eigen land teruggekeerd. De keizer vraagt jou, als belangrijk edelman, om raad. Hij wil weten of het niet beter is om op een vriendschappelijke manier contact met de Arabieren te zoeken. Daarna wil de keizer beslissen of hij wel óf niet aan een nieuwe kruistocht zal deelnemen.
Schrijf een brief van 30 tot 70 woorden aan de keizer.Daarin geef je hem twee argumenten waarom hij wel óf niet aan een nieuwe kruistocht zou moeten deelnemen.
Schrijf alleen het middendeel van de brief.
Doe het zo:

Pisa, Anno Domini 21 december 1221

Allerchristelijkste Majesteit,

U vraagt mij of wij wel of niet aan een nieuwe kruistocht zouden moeten deelnemen.
Over die vraag heb ik lang nagedacht. Ik geef U de volgende raad:

(Schrijf nu het middengedeelte van de brief.
Je begint met:
Ik ben van mening dat U wel/niet zou moeten deelnemen aan een nieuwe kruistocht.
Gebruik twee verschillende argumenten waarmee je de keizer probeert te overtuigen van je standpunt.)

Moge de Almachtige U veel wijsheid geven bij het nemen van een juist besluit.

Uw toegewijde dienaar,

Ambrosio Nicolosi