Background image

terug

Vraag 7

Stel je voor, het is 1899. Je bent het liberale Tweede Kamerlid Harm Rietbergen. Je hebt een brief ontvangen van Anja Beuting. Zij werkt in het opvanghuis voor ?gevallen? vrouwen in Nijmegen. In dit opvanghuis verblijven ongehuwde moeders en prostituees die een nieuw leven willen beginnen. Dagelijks ziet Anja de ellende waarin deze vrouwen terecht zijn gekomen. Anja vraagt of jij als Tweede Kamerlid je best wilt doen voor invoering van wetgeving, die deze vrouwen bescherming kan bieden.

Je schrijft een brief terug waarin je als liberaal Kamerlid zowel een argument vóór als tegen geeft over de invoering van beschermende wetgeving.

Gebruik tussen de 30 en 70 woorden.
Schrijf alleen de ontbrekende delen uit de brief.

Den Haag, 23 mei 1899

Geachte mevrouw Beuting,

Ik heb grote bewondering voor het goede werk dat U in het opvanghuis verricht. U vraagt mij, als liberaal Kamerlid, invoering van beschermende wetgeving voor vrouwen te steunen. Mijn standpunt hierover is als volgt :

(Hier volgt het middengedeelte van de brief, waarin je begint
  • met één argument vóór beschermende wetgeving;
  • vervolgens geef je één argument tegen beschermende wetgeving)

Ik hoop dat de genoemde argumenten mijn standpunt voldoende duidelijk hebben gemaakt.

Hoogachtend,

Harm Rietbergen, liberaal Tweede Kamerlid