Stel je voor, het is december 1989. De Muur is net gevallen. Jij bent Walter, 55 jaar oud, en
je woont in de stad Dresden (DDR). Je hebt een baan als gemeenteambtenaar. Sinds kort
mag je vrij contact onderhouden met je zus Ursula, die in Hannover (Bondsrepubliek)
woont.
Nu heeft zij aan jou geschreven dat er eindelijk een mogelijkheid is om te verhuizen naar
Hannover. Ze dringt er op aan dat jij met je gezin naar het Westen komt, naar de
Bondsrepubliek.
Je schrijft je zus terug. Waarvoor kies je: verhuizen naar de Bondsrepubliek óf blijven in
de DDR?
Geef twee verschillende argumenten die je keuze ondersteunen. Deze argumenten mogen
zowel politiek als economisch zijn.
Dresden, 1 december 1989 Lieve Ursula, Je hebt ons gevraagd of we binnenkort naar Hannover willen verhuizen. Ik heb over je voorstel nagedacht en ben tot het volgende besluit gekomen.
Veel liefs van je broer Walter |