Background image

terug

Vraag 6

Stel je voor dat rond 1870 een veertienjarig Nederlands meisje met haar familie in Batavia aankomt om daar minstens tien jaar te blijven wonen. Haar vader is ondernemer. Hieronder staan zes situaties waar zij mee te maken zou kunnen krijgen:

1 Haar dagelijks eten zal alleen uit Nederlandse kost bestaan.
2 Haar geloof zal Islamitisch worden.
3 Haar kleding zal thuis vooral Indonesisch zijn.
4 Haar kleine zusje zal een Indonesische kinderjuf krijgen.
5 Haar spreektaal zal thuis vooral Engels zijn.
6 Haar middagslaapje zal vanwege de hitte een normale zaak worden.

Welke drie situaties zullen voor haar in die tien jaar naar alle waarschijnlijkheid gaan gelden?