Background image

terug

Vraag 15

Hieronder staan vier veranderingen in de Nederlandse staatsinrichting:

  1. invoering van actief vrouwenkiesrecht
  2. invoering van algemeen mannenkiesrecht
  3. invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid
  4. invoering van sociale grondrechten in de grondwet

Zet de veranderingen in de juiste tijdvolgorde, van vroeger naar later.
Doe het zo:
Eerst …, dan …, vervolgens … en ten slotte … (vul alleen nummers in).