Gebruik bijlage "Drie uitspraken".
Drie personen:
1 Van den Bosch, gouverneur-generaal in de tijd van het Cultuurstelsel.
2 Multatuli, schrijver van het boek ‘Max Havelaar’.
3 Soekarno, leider van de Indonesische nationalisten.
Welke uitspraak hoort bij welke persoon? Let op! Iedere persoon en iedere uitspraak mag maar één keer gebruikt worden.
Doe het zo:
Bij uitspraak a hoort persoon … (schrijf nummer op). (enz. tot en met uitspraak c)