«En hiver, … Of course.» (regels 49-62).
Lees de regels 49-62 en geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist is of
onjuist.
1 Amandine gaat binnenkort deelnemen aan internationale kampioenschappen ‘parapente’.
2 Amandine gaat deze zomer naar Engeland.
3 Amandine heeft een keer zo hoog gevlogen dat ze met haar hoofd in de wolken was.
4 Amandine leest heel graag Engelse boeken.
Antwoord als volgt:
1 = …
2 = …
enzovoorts