Op 1 oktober 1992 werd het hoogste BTW-tarief verlaagd van 18,5% naar 17,5%.
Volgens sommige economen en politici zou deze BTW-verlaging leiden tot een
verschuiving van werkgelegenheid van de informele sector naar de formele sector.
Hieronder staan vier economische verschijnselen:
1 Verschuiving werkzaamheden van de informele naar de formele sector;
2 BTW-tarief gaat omlaag;
3 Meer vraag naar produktie in de formele sector;
4 Produktie in de formele sector wordt relatief goedkoper.
Zet de bovenstaande verschijnselen in een zodanige volgorde dat ze de gedachtengang van deze economen en politici goed weergeven.