De gezinnen uit Gralloo begonnen ook goederen te ruilen met gezinnen uit
Onlaa.
Ze kochten nu ook goederen die ze in hun eigen dorp niet hadden.
Ze besloten dat, nu er goederen met een ander dorp geruild werden, de wegen
verbeterd moesten worden. In het dorp Onlaa was er iemand die dat wel wilde
doen. Voor 25 ‘Penningen’ ging hij het hoofdzandpad verbeteren.
Welke moderne economische term zou, geredeneerd vanuit Gralloo, worden
gebruikt voor het verbeteren van de weg door iemand uit Onlaa?