Background image

terug

Vraag 2

Samen bekijken ze de begroting. “Je moet bezuinigen”, zegt Ans. Coos weet niet waar hij op moet bezuinigen. “Op sommige uitgaven kán ik niet bezuinigen, in ieder geval niet van de ene dag op de andere”, zegt Coos.
→ Geef een voorbeeld uit de begroting van Coos waarop hij niet van de ene dag op de andere kan bezuinigen. Schrijf erbij waarom dat niet kan.