Background image

terug

Vraag 44

Welche Aussage(n) stimmt/stimmen mit dem 1. Absatz überein?

  1. Jörg entwirft Rätsel.
  2. Jörg findet »Räuber und Gendarm« zu spielen kindisch.
  3. Jörg liest am liebsten Comic strips.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Kniffliges ist sein Fall.