De dikte van een bepaalde laag in de geslachtsorganen van een vrouw verandert sterk in de loop van de menstruatiecyclus. Tijdens de menstruatie wordt een groot deel van die laag afgestoten.
Met welk cijfer is in de afbeelding in de bijlage "Vrouwelijk geslachtsorgaan" een plaats aangegeven waar deze laag zich bevindt?