Door een overvloed aan voedingszouten, zoals fosfaat, vermenigvuldigen algen in de
Veluwerandmeren zich snel. Het water wordt daardoor troebel en de overige
waterplanten gaan dood. Roofvissen, zoals snoeken, verdwijnen. Dat leidt tot een
overvloed aan andere vissen als brasems. Die eten watervlooien. Daardoor komen er extra
veel algen. Watervlooien eten immers algen. Men probeerde door het wegvangen van
brasems en het uitzetten van snoeken het water in de Veluwerandmeren weer helder te
maken. Maar een proef in een meer mislukte. Het water werd niet helder.
Men dacht dat
een oorzaak zou kunnen zijn dat er niet genoeg brasems waren gevangen.
Noem alle producenten, die in de tekst staan vermeld.