Background image

terug

Vraag 45

Een leerling doet een proef die staat weergegeven in de afbeelding.

Hij poot een aantal stekjes van een plant (P). De helft van de stekjes laat hij opgroeien in het volle licht (Q). De andere stekjes groeien op in de schaduw (R). De planten in de schaduw (R) krijgen een ander uiterlijk dan de planten in het licht (Q). Hij maakt stekjes van de planten Q en R. Hij laat ze opgroeien in het licht (S en T). Alle planten die uit deze stekjes tevoorschijn komen, lijken op elkaar (U).

Waardoor ontstaat het verschil tussen de planten Q en R?