Background image

terug

Vraag 44

Aardappelen worden ongeslachtelijk vermeerderd. Een deel van de aardappelen dat zo ontstaat, wordt opgegeten. Een ander, kleiner deel wordt gebruikt als pootaardappelen. Als deze in het voorjaar in de grond worden gestopt, komen er weer nieuwe aardappelplanten. In de zomer kunnen hiervan nieuwe aardappelen worden geoogst.

  1. Bij ongeslachtelijke vermeerdering van een aardappel zullen de hieruit voortgekomen aardappelplanten onderling dezelfde erfelijke eigenschappen hebben.
  2. Bij ongeslachtelijke vermeerdering van een aardappel zullen de hieruit voortgekomen aardappelen allemaal even groot zijn.

Welke van de beweringen is of welke zijn juist?