Aardappelen worden ongeslachtelijk vermeerderd. Een deel van de aardappelen dat zo ontstaat, wordt opgegeten. Een ander, kleiner deel wordt gebruikt als pootaardappelen. Als deze in het voorjaar in de grond worden gestopt, komen er weer nieuwe aardappelplanten. In de zomer kunnen hiervan nieuwe aardappelen worden geoogst.
Welke van de beweringen is of welke zijn juist?