Background image

terug

Vraag 6

In een sloot bevinden zich op een bepaald moment veel dode planteresten. Deze hebben een grote activiteit van bacteriën in de sloot tot gevolg. Deze activiteit heeft invloed op de hoeveelheid opgeloste gassen in het water van de sloot.

  1. Door de activiteit van de bacteriën neemt de hoeveelheid koolstofdioxide in het slootwater af.
  2. Door de activiteit van de bacteriën neemt de hoeveelheid zuurstof in het slootwater af.

Welke van de uitspraken over de activiteit van de bacteriën is of welke zijn juist?