Energierijke stoffen die niet onmiddellijk in het
lichaam worden gebruikt, worden opgeslagen als
vet en als glycogeen. Zo wordt er onder andere vet
opgeslagen in het bindweefsel dat zich rond
organen bevindt. In de afbeelding worden enkele
plaatsen in het lichaam aangegeven.
Welke twee letters geven plaatsen aan waar
veel glycogeen wordt opgeslagen?