Background image

terug

Vraag 2

In de volgende uitspraken is een aantal begrippen uit het onderwerp de Nederlanders en hun vakantiebestemmingen gebruikt. Deze begrippen zijn vetgedrukt.

  1. Isa is net in Tilburg komen wonen en heeft als recreant een dagexcursie gemaakt om de stad beter te leren kennen.
  2. Sam en Teun brengen een midweek, van maandag tot en met vrijdag, in Amsterdam in een hotel door. Volgens Teun is hier sprake van een korte vakantie.
  3. Tineke bespreekt een weekend in het Eftelinghotel in Kaatsheuvel met toegang tot het attractiepark. Dit noemen we een weekendarrangement.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en geef bij elke uitspraak aan of het vetgedrukte begrip juist of onjuist gebruikt is.