Dan stelt meneer Wevers de vraag welke stippellijn, lijn A of B (zowel in grafiek 1
als grafiek 2), de vakantiebestemmingen in Nederland weergeeft.
Kies eerst uit lijn A of lijn B en geef vervolgens een juist argument voor je
keuze.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Vakanties van de Nederlanders [1]