Celise gaat met de fiets naar haar werk. Ze heeft hiervoor een nieuwe fiets
gekocht van € 530,-. Celise is van plan haar fiets na een aantal jaren in te ruilen.
De fiets wordt elk jaar minder waard. Ze gebruikt de volgende formule als
vuistregel voor het berekenen van de inruilwaarde:
w = 530 × 0,6t
Hierin is w de inruilwaarde van de fiets in euro en t het aantal jaren dat de fiets
oud is.