Background image

terug

Formulier

NAAM:
EXAMENNUMMER:

Formulier gedocumenteerd schrijven

Je hebt dit formulier nodig om je eindexamen Nederlands te maken.
Bespreek op tijd met je docent Nederlands of je dit formulier goed hebt ingevuld.
  Onderwerp/onderzoeksvraag
1a.


Wat is het onderwerp van je sectorwerkstuk?
1b.




Als je nu terugkijkt, vind je dat je een goed onderwerp hebt gekozen voor het sectorwerkstuk? Leg je antwoord uit.




2.


Wat is je onderzoeksvraag?
3a.





Wat zijn je deelvragen?
3b.




Welke deelvraag vond je het best? Leg uit.
  Antwoorden/conclusies
4.






Welke antwoorden heeft je onderzoeksvraag opgeleverd?


  Bronnen
5a.

Welke bronnen heb je gebruikt? Vermeld al je bronnen op bijgevoegde bronnenlijst. Weet je een van
de gegevens niet, zet dan een vraagteken.
5b.





Bekijk je bronnenlijst. Aan welke informatiebron heb je het meest gehad?
  Samenwerking
6a.




Leg uit waarom je wel of niet met iemand hebt samengewerkt.
6b.




Wat is je goed bevallen aan het samenwerken of aan het alleen werken?
6c.




Wat is je niet goed bevallen aan het samenwerken of aan het alleen werken?
  Plan van aanpak
7. Het plan van aanpak bestaat uit een aantal stappen. Leg hieronder bij elke stap uit wat jij hebt gedaan.

1. oriëntatie

2. uitwerking

3. conclusie

4. presentatie

5. evaluatie


  Logboek
8.




Vertel hoe jij je logboek hebt gebruikt en in hoeverre het logboek je heeft geholpen bij de planning.
  Presentatie
9a.




Welke presentatievorm heb je gekozen? (tentoonstelling, mondeling verslag, videopresentatie,
digitale presentatie, posterpresentatie….)
9b.




Vertel wat goed ging bij de voorbereiding en de uitvoering van je presentatie.
9c.




Vertel wat niet goed ging bij de voorbereiding en de uitvoering van je presentatie.
9d.




Wat voor reacties heb je (van leerlingen, van docenten, van anderen) op je presentatie gekregen?
  Oriëntatie op leren en werken
10.





Welk belang heeft je sectorwerkstuk voor je toekomstige studie en beroep?


  Soort bron                  Overige gegevens                                                      


1.
   


2.
   


3.
   


4.
   


5.
   


6.
   


7.
   


8.
   


9.
   


10.
   


11.
   


12.
   

TOELICHTING

  • Bij Soort bron kun je bijvoorbeeld invullen: boek, artikel, interview, enquête, website.
  • Het is belangrijk dat je de bronnenlijst zo volledig mogelijk invult. Bijvoorbeeld:
  • bij een interview vermeld je de naam en het beroep van de geïnterviewde;
  • bij een enquête vermeld je de hoeveelheid afgenomen enquêtes en de doelgroep;
  • bij een boek vermeld je de auteur en de titel;
  • bij een artikel vermeld je de auteur, de titel van het artikel en de naam van het tijdschrift waaruit je het artikel hebt gehaald.

Handleiding bij het formulier gedocumenteerd schrijven

De leerlingen dienen het formulier gedocumenteerd schrijven voorafgaand aan het CSE schrijfvaardigheid Nederlands GL/TL in te vullen. Tijdens de examenzitting hebben zij het formulier tot hun beschikking. Het is niet toegestaan om andere materialen die behoren bij het sectorwerkstuk mee te nemen. Het is een leerling altijd toegestaan om andere en/of uitgebreidere informatie in de schrijfopdracht te verwerken dan die op het formulier. De leerlingen leveren het formulier in na het maken van het examen. De docent is niet verplicht het formulier te gebruiken bij het nakijken van het examen schrijfvaardigheid Nederlands.

Het is van belang dat docenten hun leerlingen ertoe aanzetten het formulier zo uitgebreid en zinvol mogelijk in te vullen, aangezien de informatie op het formulier ter ondersteuning dient op het examen. Daarbij zal de docent die de leerling begeleidt bij het sectorwerkstuk de leerling de meeste ondersteuning bieden bij het invullen van het formulier. Het verdient aanbeveling de docent Nederlands een laatste controle te laten uitvoeren op volledigheid en zinvolheid van de antwoorden in relatie tot de bijbehorende schrijfopdrachten in het CSE schrijfvaardigheid Nederlands GL/TL.

Enkele richtlijnen bij het invullen van het formulier gedocumenteerd schrijven:
Ad 1b: de leerling kan vertellen of hij/zij het onderwerp interessant vond, of hij/zij interessante informatie heeft gevonden en of hij/zij er iets van heeft opgestoken.
Ad 3b: de leerling kan vertellen dat een deelvraag onverwachte informatie heeft opgeleverd, of dat een deelvraag heel veel informatie heeft opgeleverd.
Ad 7: de leerling kan voor het invullen van dit onderdeel het logboek gebruiken.
Ad 7.1: de leerling kan ingaan op de zoektocht naar het onderwerp en naar informatie (in de mediatheek, in gesprekken met docent, op het internet).
Ad 7.2: de leerling kan de handelingen noemen om informatie te verkrijgen (interview afnemen, taakverdeling maken, op het internet kijken).
Ad 7.3: de leerling kan ingaan op de beantwoording van de onderzoeksvraag en de deelvragen.
Ad 7.4: de leerling kan ingaan op de voorbereiding en uitvoering van de presentatie.
Ad 7.5: de leerling kan vertellen over evaluatiegesprekken met docent en/of met medeleerlingen.
Ad 10: de leerling kan beschrijven in hoeverre het sectorwerkstuk van invloed is geweest op de keuze van een vervolgopleiding of in hoeverre hij/zij beter geïnformeerd is geraakt over een toekomstig beroep.