1 | Voordat je gebruik gaat maken van internet, is het belangrijk eens te bekijken wat | |
internet eigenlijk is. Internet is een wereldwijd netwerk van computers. Miljoenen mensen over | ||
de hele wereld maken er gebruik van. Ze vragen informatie op, communiceren met elkaar via | ||
e-mail of via babbelboxen. Ze bestellen goedkoop cd’s in Amerika, lezen filmrecensies in de | ||
krant van Hollywood, nemen deel aan discussies en bekijken foto’s, weerberichten en | ||
reisverslagen van hun vakantiebestemming. Kortom, er zijn vele toepassingsmogelijkheden op | ||
internet. | ||
2 | Hoe gebruik je een zoekmachine? Surfen is leuk, maar specifieke informatie zoeken | |
door middel van surfen, is niet altijd even makkelijk. Door de hoeveelheid pagina’s lijkt het | ||
zoeken naar een pagina op het World Wide Web als het zoeken naar een speld in een | ||
hooiberg. Daarom zijn inmiddels zoekinstrumenten en zoekmethodes ontwikkeld die je helpen | ||
bij het zoeken naar informatie over een bepaald onderwerp. | ||
3 | Als je wilt leren computeren, moet je allerlei Engelse computertermen kennen. Een | |
mooie Nederlandse vertaling geven van die Engelse termen, valt niet mee. Je zult dus ook wel | ||
wat computertaal moeten leren. Bijvoorbeeld: hard- en software, Central Processing Unit, | ||
modem, browser, world wide web, provider enzovoort. | ||
4 | E-mail (de afkorting van Electronic Mail (elektronische post) is een van de meest | |
gebruikte toepassingen van internet. E-mailen is een snelle, goedkope en gemakkelijke manier | ||
van communiceren en lijkt een beetje op brieven schrijven. Alleen komt er geen papier aan te | ||
pas, want je schrijft en leest e-mail op jouw computer en je verstuurt je mail in elektronische | ||
vorm via internet. Dat versturen via internet gaat heel snel: normaal gesproken slechts enkele | ||
seconden. Afstand is bij e-mail niet belangrijk. Een bericht naar je tante in Australië komt bijna | ||
net zo snel aan als een bericht naar je buurman. Voor het aanduiden van de afzender en de | ||
ontvanger gebruikt men een e-mailadres. | ||
5 | Heb je wel eens gechat? Volgens de laatste onderzoeken chatten ouderen meer dan je | |
denkt. Maar het zijn toch vooral jongeren die de chatboxen bemensen. Waar moet je chatten, | ||
en welke risico’s loop je dan? Welke chatboxen zijn leuk om te bezoeken? | ||
6 | Er doen de wildste geruchten de ronde over beveiliging van internet. Komt alles wat je | |
doorstuurt wel écht aan? Kunnen hackers zo maar inbreken in je computer? We kunnen met | ||
zekerheid zeggen dat het gebruik van internet veilig is, mits je de nodige voorzorgen neemt. | ||
7 | In korte tijd is de omzet van diensten op internet enorm toegenomen. In 2002 werd al | |
voor meer dan 100 miljard verhandeld. E-commerce is een ongekend succes. In Nederland is | ||
vooral telebankieren erg in. Daarmee ga je in de cursus kennismaken evenals met | ||
teleshoppen. | ||
8 | Om je wat meer wegwijs te maken in de wereld van internet krijg je ook informatie over | |
browsers en providers. Wat is een browser? Moet je altijd Explorer nemen? Welke provider | ||
moet je kiezen? Er zijn wel honderd verschillende providers, goede en slechte, dure en | ||
goedkope. |