Background image

terug

Spelend leren

Spelend leren

 (1) Niets is zo onvoorspelbaar als het    een succesvolle serious game:
 vak van brandweerman. Haal je de ene SimPort-MV2. Die game gaat over de
 dag voor de zoveelste keer een kat uit85 aanleg van de Tweede Maasvlakte,
 de boom, de volgende dag kan het zo- een veelbesproken uitbreiding van de
5 maar gebeuren dat je voor het eerst in Rotterdamse haven bij Hoek van Hol-
 je leven op zoek moet naar overleven- land. Het spel bootst het effect na van
 den in een brandend pand. Hoe je een verschillende manieren om die Tweede
 kat uit zijn benarde positie haalt, komt90 Maasvlakte te gaan inrichten. “Dan
 iedere brandweerman uit ervaring van- heb je het over een langlopend plan,
10 zelf te weten. Maar het oefenen van waarbij beslissingen van nu pas over
 een grootschalige reddingsoperatie in twintig jaar gevolgen hebben”, vertelt
 een brandend gebouw is moeilijk. Het Igor Mayer, eindverantwoordelijke voor
 bekijken van instructiefilms of het95 de ontwikkeling van SimPort-MV2.
 lezen van leerboeken biedt niet (5) Serious games worden volgens
15 bepaald een goede voorbereiding op Mayer steeds belangrijker. Maar hij be-
 de moeilijke beslissingen die een twijfelt sterk of de games straks de rol
 brandweerman in zo’n levens- van docenten en studieboeken gaan
 bedreigende situatie moet nemen.100 overnemen. “Serious gaming is een
 (2) De enige manier om zo realistisch uitstekend middel om iets te leren,
20 mogelijk te oefenen, is door een ramp maar het heeft ook zijn keerzijden. Het
 na te bootsen op de computer in de is bijvoorbeeld maar de vraag hoe ef-
 vorm van een zogenaamde serious fectief sommige computerspellen nu
 game. Het gebruik van zulke simula-105 echt zijn. Het kost namelijk veel tijd en
 ties voor training is niet nieuw. Zo wor- energie om ze te maken, en bovendien
25 den er al jaren racesimulaties gebruikt zijn er nog veel technische vraagstuk-
 om weggebruikers te laten wennen ken.” Een van die vraagstukken is hoe
 aan verschillende soorten voertuigen. je het gedrag van personages in een
 Vliegsimulaties voor piloten in oplei-110 spel zo realistisch mogelijk maakt.
 ding bestaan zelfs al sinds de Eerste (6) Net als Mayer gelooft Jeroen van
30 Wereldoorlog. Steeds vaker worden Mastrigt, studieleider op de Hoge-
 zulke simulaties in een spelvorm gego- school voor de Kunsten Utrecht (HKU)
 ten, de serious games dus. Dat zijn niet dat studieboeken straks worden
 spelletjes die niet voor het plezier be-115 verdrongen door serious games. “Dat
 doeld zijn, maar voor onderwijs, is onzin. Het gaat met heel kleine stap-
35 beleidsondersteuning of trainingen aan jes, want er is nog heel weinig kennis
 professionals. De spelletjes sluiten over wat mensen nu precies leren van
 goed aan bij de belevingswereld van serious games, en hoe je een game zó
 jongeren die opgroeien met fun games.120 kunt maken dat mensen er iets van
 De rol van deze serious games zal in oppikken. Een computer geeft uitein-
40 Nederland de komende jaren alleen delijk geen hapklare oplossing. Maar
 maar toenemen, vooral als middel om dat serious games een goede aanvul-
 besluiten te nemen bij het maken van ling zijn op trainingsmethoden in bij-
 beleid.125 voorbeeld gezondheidszorg, onderwijs
 (3) Het Nederlandse poldermodel, en veiligheid, is duidelijk.”
45 waarbij het overleg tussen de verschil- 
 lende betrokkenen erg belangrijk is, is (7) Het leereffect staat bij serious
 volgens dr. Mayer van de Universiteit games voorop, maar daarnaast is het
 Delft de reden dat serious gaming in mooi meegenomen als ze ook nog
 Nederland ten opzichte van andere130 eens leuk zijn om te spelen. In de visie
50 landen zo’n vlucht heeft genomen. “Wij van Jeroen van Mastrigt is het voor het
 vinden het in Nederland normaal om succes van een serious game zelfs es-
 op een gelijkwaardige manier met sentieel dat hij óók leuk is. De games
 elkaar beslissingen te nemen. In die op de HKU worden gemaakt
 andere landen speelt rangorde vaak135 hebben dan ook vaak veel weg van
55 een veel grotere rol en neemt de lei- games uit de software-industrie, de fun
 dinggevende over het algemeen alleen games.
 de beslissingen. Als de meest deskun- (8) Van Mastrigt zou veel van de se-
 dige persoon het in zijn eentje voor het rious games niet echt als games be-
 zeggen heeft, moet je simpelweg ver-140 stempelen. Het is belangrijk dat ze
60 trouwen op zijn kennis of de weten- worden gemaakt, maar vaak zijn ze
 schap. Dan heb je serious gaming niet erg saai omdat het belangrijkste doel
 nodig.” In een serious game ben je is dat de werkelijkheid wordt nage-
 afhankelijk van verschillende andere bootst. “Ik spreek pas van een echte
 mensen, en juist daarin zit een groot145 game, als mensen die niet geïnteres-
65 leereffect. Een tweede reden dat er in seerd zijn in games, het spel ook leuk
 Nederland veel onderzoek wordt ge- kunnen vinden”, zegt Van Mastrigt.
 daan naar serious gaming, is volgens (9) Mayer spreekt dit tegen. “Ook onze
 Mayer te danken aan de overheid. “Die games kennen spelregels, spelers,
 hecht veel waarde aan techniek, ICT150 doelen en acties, vaak in een niet be-
70 en het oplossen van problemen via de staande ‘virtuele’ computerwereld. De
 creatieve industrie, zoals kunst, mensen die ermee werken, worden er
 technologie en games.” Daardoor is er als het ware in meegezogen.” Boven-
 veel subsidiegeld beschikbaar. dien zijn er volgens Mayer veel fun
 (4) Een van de Nederlandse projecten155 games die hun oorsprong hebben in
75 waarbij serious games worden ontwik- simulaties. “Een goed voorbeeld van
 keld, is Next Generation Infra- een game die mensen op een leuke
 structures (NGI). Wetenschappers en manier met modellen en simulaties laat
 bedrijfsleven bundelen hun kennis bin- spelen, is SimCity. Dat spel is ontwik-
 nen dit project. Het Rotterdamse Ha-160 keld op basis van software en inzich-
80 venbedrijf maakte samen met game- ten uit de planologie, maar is uiteinde-
 bedrijf Tygron en met onderzoekers lijk erg succesvol geworden in de
 van de Technische Universiteit Delft software-industrie.”

Naar een artikel van Joost Vogel,
KIJK, maart 2009