Verplaats je in de volgende situatie. Op jouw school is een rel geweest rond het
gebruik van mobieltjes. In een klas hebben leerlingen een docent uitgedaagd.
Hij is daarop boos geworden. De leerlingen hebben zijn boze reactie met een
paar mobieltjes op film opgenomen. Zij hebben die filmpjes samengevoegd en
vervolgens op een internetsite gezet. De schooldirectie heeft daarop de drie
betrokken leerlingen van school gestuurd.
Het incident zorgt voor veel beroering op school. Veel docenten willen het
gebruik van mobieltjes op school sterk beperken. Veel leerlingen en ook veel
ouders zijn daartegen. Jij woont een gezamenlijke bijeenkomst van de
ouderraad en de leerlingenraad bij, waar gediscussieerd wordt over het gebruik
van mobieltjes op school en tijdens schoolkampen. Verschillende ouders vinden
het prettig dat leerlingen naar huis kunnen bellen als ze bijvoorbeeld ziek zijn.
Maar een andere ouder denkt, dat het voortdurende gebel tijdens een
schoolkamp het idee van samenwerken in een groep doorbreekt. Verder komt
het feit ter sprake dat bij diverse leerlingen de afgelopen periode het mobieltje is
gestolen. Ook de vaak onverwacht hoge rekeningen worden genoemd. Tot slot
geven verschillende ouders aan dat het steeds vaker niet meer blijft bij bellen en
sms-en. De mogelijkheid om allerlei filmpjes te verspreiden wordt aangehaald.
Enkele leerlingen noemen ook het feit dat klasgenoten last hebben gehad van
pesterijen via hun gsm.
Ook in jouw eigen klas wordt over het voorval gepraat. De meeste leerlingen
keuren de film af. De klas besluit een artikel over het onderwerp “Mobieltjes”
naar de schoolkrant te sturen. Jij krijgt de opdracht dat artikel te schrijven.