In een aluminiumfabriek wordt aluinaarde (Al2O3) omgezet in aluminium. |
Daartoe wordt de aluinaarde in een elektrolysebak |
gesmolten bij een temperatuur van ongeveer 1000 K. |
De elektrolysebak is aangesloten op een | |
gelijkspanningsbron. In de vloeibare aluinaarde |
hangt een grafietelektrode. De wand van de |
elektrolysebak vormt de andere elektrode. |
Bij de grafietelektrode ontstaat zuurstof, met als |
gevolg dat daar ook koolstofdioxide ontstaat. |
Bij de andere elektrode ontstaat aluminium. |
De reactievergelijking van het elektrolyse-proces is: |
|
2 Al2O3 → 4 Al + 3 O2 |
|
Het vloeibare aluminium zakt naar de bodem van de bak en kan daar worden |
afgetapt. |