1 | | In een kolencentrale wordt steenkool verbrand om elektriciteit op te wekken. |
2 | |
Bij deze verbranding ontstaat zogenoemd rookgas. Dit rookgas bevat onder |
3 | | andere zwaveldioxide en stikstofoxides. Deze stoffen zijn schadelijk voor het |
4 | | milieu. Het zwaveldioxide wordt verwijderd door het in contact te brengen met |
5 | | kalksteen. De stikstofoxides worden uit het rookgas gehaald door een |
6 | | zogenoemde DeNOx installatie. In deze installatie reageren stikstofoxides met |
7 | | ammoniak tot stikstof en water. Om deze reactie te laten verlopen is in de |
8 | | installatie een katalysator aanwezig. |