- Plastics komen in grote hoeveelheden in ons afval voor. Een deel van dat
- plastic kan worden hergebruikt. Daarbij wordt het plastic gesmolten en gebruikt
- voor de productie van bijvoorbeeld paaltjes.
- Een ander deel van het afvalplastic wordt niet hergebruikt, maar wordt verbrand
- in verbrandingsovens. De meeste soorten plastic bestaan uitsluitend uit
- verbindingen van koolstofatomen en waterstofatomen. Sommige plastics
- bevatten behalve koolstofatomen en waterstofatomen ook chlooratomen. Als
- deze plastics worden verbrand, ontstaat onder andere het gas
- waterstofchloride.
- Omdat waterstofchloride slecht is voor het milieu, wordt dit uit het rookgas van
- de verbrandingsoven verwijderd. Daartoe wordt in het rookgas een suspensie
- van calciumhydroxide gespoten. Het waterstofchloride lost in deze suspensie
- op en reageert vervolgens met opgelost calciumhydroxide. Het zout dat bij
- deze reactie ontstaat, wordt onder andere in de winter gebruikt als strooizout.
|