1 | Elektriciteitscentrales in Nederland gebruiken meestal fossiele brandstoffen, | |
2 | zoals steenkool en aardolie, voor de productie van elektrische stroom. De | |
3 | stroom die op deze manier wordt gemaakt, noemt men grijze stroom. Behalve | |
4 | steenkool en aardolie kan in elektriciteitscentrales ook gebruik gemaakt worden | |
5 | van een andere fossiele brandstof. | |
6 | Een nadeel van het gebruik van fossiele brandstoffen is dat de hoeveelheid | |
7 | koolstofdioxide in de atmosfeer toeneemt. Daarom is men op zoek gegaan naar | |
8 | andere manieren om stroom op te wekken. Eén van de mogelijkheden is | |
9 | bijvoorbeeld het gebruik van hout. Door verhitting in een reactor wordt het hout | |
10 | ontleed. Hierbij ontstaat een brandbaar gasmengsel. Dit gasmengsel wordt in de | |
11 | elektriciteitscentrale verbrand. Stroom die op deze manier gemaakt wordt, | |
12 | noemt men groene stroom. |