Om het goudgehalte in een sieraad te bepalen maakt een goudsmid gebruik van |
de zogenoemde toetstechniek. Deze bepaling is hieronder kort beschreven: |
- Op een zwarte steen wordt met het sieraad een krasje gezet. |
- Daarnaast worden krasjes gezet met verschillende gouden staafjes |
waarvan de goudgehaltes bekend zijn. |
- Op elk krasje wordt een druppel 'toetswater', bijvoorbeeld koningswater, |
aangebracht. |
- Er vindt een reactie plaats waardoor de kleur van de krasjes verandert. |
De kleurverandering hangt af van de hoeveelheid goud in het krasje. |
- De kleur van het sieraadkrasje wordt vergeleken met de andere |
kraskleuren, waarvan het goudgehalte bekend is. |