7 | | Om bij het aquarelleren het papier op bepaalde plaatsen wit te kunnen houden, |
8 | | kan een zogenoemde maskeervloeistof worden gebruikt. Tijdens het |
9 | | aanbrengen van deze vloeistof op het papier kan een ammoniak-geur worden |
10 | | waargenomen. Na het drogen is er een rubberachtig, grijs laagje ontstaan. Bij |
11 | | het schilderen zal dit laagje de waterige verf afstoten. Na het schilderen kan het |
12 | | laagje met de vingers van het papier worden afgewreven. Dan komen de witte |
13 | | plekken weer tevoorschijn. |