1 | | De gloeidraad van een gewone gloeilamp is gemaakt van |
2 | | zuiver wolfraam. Tijdens het branden van een gloeilamp is |
3 | | de gloeidraad zo heet, dat deze licht uitzendt. Daarbij gaat het |
4 | | vaste wolfraam langzaam over in wolfraamdamp. De |
5 | | wolfraamdamp slaat vervolgens neer op de binnenkant van |
6 | | het glas van de lamp. Het glas wordt hierdoor donkerder. En |
7 | | de gloeidraad is na verloop van tijd zo dun geworden dat hij |
8 | | breekt. Om ervoor te zorgen dat de gloeilamp langer |
9 | | meegaat, is deze gevuld met een mengsel van argon en stikstof. |