1 | | Bij het maken van rode wijn worden druiven eerst gekneusd tot most. Aan deze |
2 | | most wordt gist toegevoegd. De gist zorgt ervoor dat de druivensuiker in de most |
3 | | wordt omgezet tot alcohol. De reactievergelijking van deze zogenoemde |
4 | | vergisting is: |
| | |
| | C6H12O6 → 2 C2H5OH + 2 CO2 |
| | |
5 | | Voor de vergisting wordt de most samen met de gist in een vat gebracht. Een |
6 | | eiken vat geeft hierbij het beste resultaat. Zo’n vat geeft namelijk de lekkerste |
7 | | geur- en smaakstoffen aan de wijn af. |
8 | | Na het gisten worden de vaste stoffen gescheiden van de vloeistof. De vloeistof |
9 | | wordt opnieuw in een vat gebracht om te rijpen. Sommige wijnmakers gebruiken |
10 | | roestvast stalen vaten voor het rijpen van de wijn. Om toch de geur- en |
11 | | smaakstoffen te krijgen voegen ze er houtspaanders aan toe. De wijn is dan |
12 | | sneller op smaak dan in een eiken vat. |