Partijen hebben geen ideologie meer. „Er is geen |
links en rechts meer. Alle politieke partijen zitten in |
het midden." Het is de vraag of dit wel klopt. Bij de |
(...1...) is de (...2...) ideologie springlevend en trekt |
vele kiezers. |
De centrale stelling van deze ideologie luidt dat het |
individu zo vrij mogelijk moet zijn om zelf te bepalen |
hoe hij of zij wil leven, zolang men een ander maar |
niet schaadt. Het marktmechanisme van vraag en |
aanbod regelt deze individuele voorkeuren. |
(...3...) wil geen ideologie hebben, dus kan die partij |
ook niet ontideologiseren (= weghalen van de |
ideologie). Bovendien trekken de kiezers weg bij |
deze partij en gaan naar partijen die juist een hele |
duidelijke ideologie hebben. |