Henk Jansen heeft een akkerbouwbedrijf. Hij verbouwt meestal aardappelen, erwten, maïs
en suikerbieten. Nu wil hij vooral maïs gaan verbouwen.Voordat hij gaat zaaien, wil hij
weten of er voldoende mineralen voor de maïs in de bodem zitten. Henk neemt daarom
grondmonsters van de bovenste 25 centimeter van de bodem. In een laboratorium laat hij
deze grond onderzoeken.
Om extra stikstofzouten, waaronder nitraat, in de bodem te brengen verspreidt Henk gier,
een mengsel van mest en urine. Bij het verspreiden van gier komt ammoniak in de lucht
vrij.