Bij een experiment wordt een indicator gebruikt die in kraanwater aangeeft of de hoeveelheid koolstofdioxide toeneemt of afneemt. In gewoon kraanwater is de kleur van de indicator oranje. In de tabel hieronder staat aangegeven hoe de kleur verandert als de hoeveelheid koolstofdioxide verandert.
Drie reageerbuizen worden gevuld met kraanwater, waaraan wat van de indicator wordt toegevoegd. In twee buizen wordt ook een waterplantje gedaan. Eén van de buizen met een plantje wordt ingepakt, zodat er geen licht meer bij kan (zie de afbeelding hieronder). De buizen worden de hele dag voor het raam in de zon gezet. |