Background image

terug

Echinococcose

In woonwijken worden de laatste jaren regelmatig vossen waargenomen.
In de dunne darm van een vos (soms ook bij een hond of een kat) kunnen als parasiet lintwormen van 2 - 6 mm voorkomen. De eitjes van deze lintwormen komen met de ontlasting van een besmet dier op de grond terecht. Deze eitjes kunnen met het voedsel in het lichaam van kleine knaagdieren terechtkomen.
Ook de mens kan de eitjes binnenkrijgen, bijvoorbeeld door het eten van ongewassen vruchten. Uit een eitje ontwikkelt zich dan een zogenaamde blaasworm. Deze nestelt zich meestal in de lever en kan ernstige ziekteverschijnselen veroorzaken. Deze ziekte heet echinococcose. Vossen kunnen een blaasworm binnenkrijgen door een besmet knaagdier te eten. In de vossendarm ontstaat uit de blaasworm een groot aantal volwassen lintwormen.
Voor de vos is de besmetting niet dodelijk.


Voorzorgsmaatregelen tegen echinococcose

Uit een onderzoek is gebleken, dat deze lintworm ook in Nederlandse vossen voorkomt. In gebieden waar de lintworm is aangetroffen, is het raadzaam om de volgende maatregelen te nemen.
1 Bosvruchten zoals bramen en bosbessen, groenten en fruit goed wassen.
2 Honden regelmatig medicijnen geven tegen lintwormen.
3 Personen die met vossen in contact zijn gekomen, kunnen hun bloed laten onderzoeken op bepaalde stoffen tegen echinococcose.