1.1 Soortenrijkdom
Men schat dat er meer dan 10 miljoen soorten planten en dieren in
tropische regenwouden leven. Dat is meer dan de helft van het totale
aantal soorten op aarde.
Het grootste tropisch regenwoud op aarde ligt in het Amazonegebied in
Zuid-Amerika. Ook in Afrika en Azië komen regenwouden voor (zie de
afbeelding).
1.2 De opbouw van een regenwoud
De bovenkant van een regenwoud bestaat uit boomtoppen op ongeveer
30 tot 50 meter hoogte. Dit is het droogste deel van een regenwoud.
Onderin bevindt zich de bosbodem. Daar is weinig licht, bijna geen wind
en de temperatuur blijft er ongeveer gelijk. De bodem is bedekt met een
dunne laag humus, dode resten van organismen. Deze resten worden
snel afgebroken waarbij mineralen vrijkomen.
Tussen de boomtoppen en de bodem bevindt zich een dichte begroeiing
van bomen en struiken.
1.3 Abiotische en biotische factoren
De temperatuur zakt in een tropisch regenwoud meestal niet onder de
18 ºC en is gemiddeld 29 ºC. De wolken en de bomen houden overdag de
felle zon tegen en 's nachts zorgen ze ervoor dat de warmte niet ontsnapt.