Het vogelbekdier heeft een snavel zoals een eend, een staart zoals een
bever en zwemvliezen tussen de tenen. De vacht lijkt op die van een mol,
is waterafstotend en werkt isolerend.
Een vrouwtje zoogt haar jongen met melk, nadat ze uit de eieren
gekomen zijn.
Vogelbekdieren kunnen goed zwemmen. Ze leven van vis, wormen,
weekdieren en garnalen. Bij het zoeken naar prooien onder water zijn de
oren en ogen afgesloten. De snavel bevat cellen die gevoelig zijn voor
elektrische signalen die door prooidieren worden afgegeven.
De lichaamstemperatuur van een vogelbekdier is 32°C. Door deze lage
lichaamstemperatuur verliest het dier weinig warmte aan het water en kan
het lang in koud water blijven zwemmen zonder te veel af te koelen.
Wetenschappers hebben het DNA van een vogelbekdier vergeleken met
het DNA van een buidelrat, een hagedis, een kip en een muis. Ze gaan
ervan uit dat organismen met veel overeenkomsten in het DNA verwant
zijn aan elkaar. Het DNA van het vogelbekdier blijkt de meeste
overeenkomsten te hebben met dat van de buidelrat en de muis. Aan de
hand van deze resultaten is een stamboom opgesteld (zie de afbeelding).