Boven in een kas staan de ruiten vaak open. Allerlei insecten kunnen zo de kas
binnenkomen, waaronder ook insecten die schadelijk zijn voor de teelt. Vooral
bladluizen, witte vliegen en spintmijten kunnen plagen veroorzaken. Men
probeert deze insecten biologisch te bestrijden met natuurlijke vijanden. Zo
worden in de kassen lieveheersbeestjes gebruikt tegen bladluizen, sluipwespen
tegen witte vliegen en roofmijten tegen spintmijten.
Soms worden hommels en bijen losgelaten in kassen. Deze insecten voeden
zich met nectar en stuifmeel. Zij zijn niet schadelijk, maar doen juist nuttig werk
voor de tuinbouwer.