Gebruik bijlage “Anti-Joodse maatregelen”.
Hieronder staan vier begrippen:
Geef per afbeelding aan welk begrip daarbij hoort. Vul alleen een
letter in. Let op! Er blijft één letter over.
Doe het zo:
Bij afbeelding 1 hoort begrip … (vul letter in).
(tot en met afbeelding 3)