Jan van Doorn is eigenaar van een rozenkwekerij/exportbedrijf. De productie van de rozenkwekerij is 8 miljoen rozen per jaar. Jan heeft besloten zijn bedrijf naar Afrika te verplaatsen. De reden voor deze verplaatsing is de zware concurrentie die Jan ondervindt van rozenkwekers uit Afrikaanse landen zoals Zambia en Kenia.
Welk gevolg hebben de resultaten van Van Doorn in de periode 1992 tot en met 1996 gehad voor het eigen vermogen van Van Doorn?