De oppervlakte van het gebied dat onder water gezet kon worden, is bij
benadering even groot als de oppervlakte van een rechthoek met lengte
85 km en breedte 4 km.
Ga ervan uit dat het gebied onder water gezet werd met een laag water van 50 cm.
Bereken hoeveel m³ water er dan nodig was. Schrijf je berekening op.