In de tekening hieronder is het punt P (0, 3, 8) en het lijnstuk DP getekend.
In de cilinder wordt een cirkel getekend evenwijdig aan het grondvlak. De inhoud
van het deel van de cilinder onder deze cirkel is 200.
Bereken in 1 decimaal op welke hoogte boven het grondvlak deze cirkel is
getekend. Schrijf je berekening op.