Background image

terug

Vraag 28

Verplaats je in de volgende situatie en bedenk daarbij dat als er in een opdracht ’je’, ‘jij’ of ‘ jou(w)’ staat, je telkens je eigen naam en/of adres en/of postcode en/of woonplaats moet invullen.

De directie van jouw school wil geuren via de airconditioningskanalen gaan verspreiden. De directie heeft informatie ingewonnen bij een aantal bedrijven in Nederland. Deze bedrijven hebben positieve ervaringen opgedaan met het inzetten van geuren. Het werktempo en de werklust zijn binnen deze bedrijven enorm gestegen. De directie ziet het inzetten van geuren als het middel om ongeïnteresseerde en ongemotiveerde leerlingen weer aan het werk te krijgen.
In jouw klas komt een discussie over dit onderwerp op gang. Jij en jouw klasgenoten zijn het totaal niet eens met het inzetten van geuren. Sommigen wijzen op leerlingen die last hebben van astma of die allergisch zijn voor bepaalde stoffen. Jullie docent maatschappijleer is het wel met de directie eens.
Volgens de docent heeft het inzetten van bepaalde geuren ook een positieve uitwerking op rokers. Zij schijnen door deze geuren minder behoefte aan roken te hebben.
De discussie loopt hoog op. Discussiepunten zijn onder andere de invloed van geuren op de werklust, op het werktempo en op de gezondheid en verder de wettelijke regels over rechten van leerlingen en schooldirecties.
De discussie leidt tot niets. De docent is voor het inzetten van geuren en jij en je klasgenoten zijn tegen. Jij stelt daarom voor om een brief te schrijven aan de oudervereniging van jouw school waarin je de bezwaren van jou en jouw klasgenoten tegen het inzetten van geuren duidelijk maakt. Jouw docent vindt het een prima idee en vraagt jou om namens de klas de brief te schrijven.

Je schrijft een zakelijke brief aan de oudervereniging van je eigen school. Je dateert de brief op 2 februari 2010.
Besteed in je brief aandacht aan de volgende punten.

  • Stel jezelf voor en vermeld je klas en je docent maatschappijleer.
  • Noem het plan van de directie betreffende het inzetten van geuren en vermeld minstens drie discussiepunten uit de discussies in jouw klas.
  • Maak duidelijk dat volgens jou en jouw klasgenoten op school geen geuren mogen worden ingezet en noem daarvoor twee argumenten. Die argumenten mag je uit bovenstaande tekst halen of uit je eigen schoolervaring.
  • Vraag naar het standpunt van de oudervereniging en vraag in hoeverre de ouders jou en jouw klasgenoten kunnen helpen.
  • Bedank de oudervereniging voor de aandacht die zij aan je brief besteedt.
  • Vraag of je op korte termijn bericht terug kunt krijgen.