Background image

terug

Vraag 23

Joanneke heeft een erlenmeyer met wat vast bariumperoxide (BaO2) in een groot bekerglas gevuld met ijsklontjes gezet.



Ze giet voorzichtig verdund zwavelzuur bij het bariumperoxide. Ze ziet dat het bariumperoxide reageert, terwijl er een witte stof neerslaat. Joanneke denkt dat de witte stof bariumhydroxide is.

Leg uit dat het witte neerslag geen bariumhydroxide kan zijn.