Behalve tabletten met lithiumcitraat, worden er ook tabletten met het goed oplosbare
lithiumcarbonaat (Li2CO3) gebruikt. Een lithiumcarbonaattablet bestaat vrijwel alleen uit
lithiumcarbonaat.
Bij gebruik van lithiumcarbonaat en lithiumcitraat komen lithiumionen in het bloed.
Het diagram in bijlage "Concentratie lithiumionen" geeft de concentratie van lithiumionen in het bloed aan bij een patiënt die een
lithiumcitraattablet gebruikt en de concentratie van lithiumionen in het bloed bij dezelfde
patiënt bij gebruik van een lithiumcarbonaattablet. Beide tabletten bevatten evenveel
lithiumionen.
De lithiumionen werken genezend.
De concentratie van lithiumionen in het bloed moet daarvoor tussen 5 mg per liter en 9 mg
per liter bloed gehouden worden. Als de concentratie van lithiumionen in het bloed te
laag is, werkt het geneesmiddel niet. Als de concentratie van lithiumionen te hoog is,
ontstaan negatieve bijwerkingen voor het lichaam.
Leg uit welke soort tabletten volgens de bovenstaande gegevens geen bijwerkingen voor de patiënt zal veroorzaken.