Cees denkt dat hij bij het begin van de proef enkele belletjes niet meegeteld heeft. Hij wil
de proef nog een keer doen.
Cees wil dat bij de tweede proef dezelfde hoeveelheid waterstof vrij komt als bij de eerste
proef. Hij zorgt er voor dat ook bij de tweede proef de erlenmeyer een overmaat zoutzuur
bevat.
Hij verandert de uitvoering van de proef zo, dat hij de belletjes beter kan tellen.
Met welke van de onderstaande veranderingen zal hij bij de tweede proef de belletjes beter kunnen tellen dan bij de eerste proef?