In een folder van het waterleidingbedrijf staat het volgende stukje:
„De hardheid van water wordt meestal uitgedrukt in graden Duitse hardheid (°D).
Eén graad Duitse hardheid (1°D) betekent in het algemeen dat er in 1 liter water
7,1 mg Ca2+ ionen zijn opgelost. De waterleidingbedrijven gebruiken als maat:
1°D komt overeen met 10 mg CaO, opgelost in 1 liter water.”
Wanneer je CaO in water brengt, ontstaat er een oplossing die onder andere Ca2+ ionen bevat.
Welke vergelijking geeft deze reactie juist weer?