Kees ontdekt dat hij met het kaartje een scherp beeld van het lampje in zijn bureaulamp
kan projecteren op zijn bureaublad.
Op de bijlage is die situatie schematisch weergegeven. Deze tekening is niet op schaal.
Bepaal in de figuur op de bijlage door een constructie de plaats van het beeld van de lamp
op het bureaublad. Geef dat beeld duidelijk aan.