Background image

terug

Vraag 18

In bijna elk huis is in de meterkast een aardlekschakelaar aangebracht.
Deze aardlekschakelaar vergelijkt de stromen in de aanvoerdraad A en in de afvoerdraad B.
Die stromen behoren evengroot te zijn.
Als er een verschil tussen die stromen ontstaat, lekt er kennelijk stroom weg: de zogenaamde lekstroom.
Als deze lekstroom groter is dan 0,03 A wordt de stroomtoevoer door de aardlekschakelaar uitgeschakeld.
Karel raakt een broodrooster aan waarvan de buitenkant door een defect op een spanning van 220 V staat.
Daardoor gaat er een lekstroom door Karel naar de aarde. Zie de figuur hieronder.

De weerstand van Karel tussen het broodrooster en de aarde is 1 kΩ

Laat door een berekening zien of de aardlekschakelaar de stroom uitschakelt.